ik heb een conflict

Hoe herken je de fysieke signalen van stress?

Deskundigen maken een onderscheid tussen acute stress en chronische stress. De verschijnselen die bij kortdurende of acute stress optreden noemen ze lichamelijke ‘angst-equivalenten’. Onderstaande klachten kunnen daardoor ontstaan:

  • ademnood
  • beven
  • droge mond
  • duizeligheid
  • hartkloppingen
  • inslaapproblemen
  • misselijkheid, ­diarree
  • spierspanning
  • pijn op de borst
  • transpireren
  • veel plassen

De volgende fase is chronische stress. Daar worden mensen vaak somber van. De bijbehorende klachten worden door experts ‘lichamelijke depressie-equivalenten’ genoemd. Denk hierbij aan:

  • vermoeidheid
  • doorslaapstoornis
  • eetlust­verandering
  • gewichts­verandering
  • pijnklachten, zoals gewrichtspijn en rugpijn

Top 10 stress-signalen

Top-10 samengesteld van klachten en signalen die wijzen op langdurige stress en een toenemend hersteltekort.

  1.  Moe, geen zin, futloos. Je voelt je steeds moe en je hebt geen zin meer in dingen die je normaal leuk vindt. Na je werk kom je tot niets.
  2.  Niet kunnen ontspannen. Je kunt moeilijk ontspannen, ook als je moe bent.
  3.  Slaapproblemen. Je slaapt slecht in, slaapt niet goed door, of je bent ’s morgens nog moe als je wakker wordt.
  4.  Snel geïrriteerd. Je hebt een kort lontje, bent sneller aangebrand en krijgt eerder ruzie.
  5.  Piekeren. Je kunt dingen niet loslaten en het blijft malen in je hoofd.
  6.  Emotioneel. Je bent eerder geëmotioneerd. Je bent somberder, onzekerder of angstiger dan normaal.
  7.  Dóór- en dóórgaan. Je hebt de neiging om maar door te blijven werken.
  8.  Concentratie- en geheugenproblemen. Je kunt niet meer goed plannen en organiseren. Je vergeet dingen en maakt meer fouten. Je hebt moeite om je concentratie vast te houden.
  9.  Gespannen spieren. Je hebt hoofdpijn, pijn in de rug, nek of in de schouders.
  10.  Sneller ziek. Je weerstand neemt af, dus je bent sneller verkouden of grieperig.

Herken je veel signalen? Blijf er niet mee zitten, praat er met je huisarts over.

Bron: welingelichtekringen.nl

Bel mij terug

×